Het verhaal van dokter Van der Vaart en de decompressietank op Bonaire
Geschreven door Hubert Linkels
Bewerkt door Harald Linkels
IN DE BEGIN JAREN tachtig van de vorige eeuw ontdekte Bonaire de mogelijkheid om meer toeristen naar het eiland te trekken. Het ging om een nogal voor de hand liggend idee, want Bonaire stond al enkele jaren bekend als het duikeiland bij uitstek.
Bonaire was er vroeg bij met de aandacht voor de ecologische bescherming van het natuurschoon op het eiland. De zorg daarvoor begon al in de jaren zeventig, onder het bestuurscollege van gezaghebber Raymundo Saleh en de gedeputeerden Carmilio ‘Papa’ Statia en Fidel ‘José’ Frans.
Eén van de daden -voor die tijd nogal baanbrekend- was het verbod dat gezaghebber Saleh als eerste in het Caribisch gebied afkondigde voor het speervissen in de wateren rond Bonaire. Ook het zogenaamde Black Coral, in die dagen nog een gewild object voor de vervaardiging van sieraden, mocht niet langer worden geoogst. De handhaving van de verboden lukte in eerste instantie vrij aardig, vooral ook omdat het in die tijd allemaal nog redelijk overzichtelijk was. In 1970 telde Bonaire slechts 8.191 inwoners en in dat jaar arriveerden er nog maar 7.410 toeristen. Tien jaar later was het aantal bezoekers overigens al opgelopen tot 28.699.
Van alle toeristen in die jaren kwam maar liefst 60 procent naar Bonaire om te duiken. Maar de benodigde faciliteiten voor al die duikers waren er in die tijd eigenlijk nog niet. Het kwam dan ook herhaaldelijk voor dat duikers die te snel uit de diepte waren opgestegen getroffen werden door de zogenaamde ‘Ziekte van Caisson’, ook wel decompressieziekte genoemd. Alsof de symptomen al niet ellendig genoeg -en vaak zelfs levensbedreigend- waren, moesten duikers die daardoor getroffen werden met spoed in een laagvliegend sportvliegtuigje overgebracht worden naar Curaçao. Daar was namelijk wel een bruikbare decompressietank aanwezig, die het leven van een duiker met Caissonziekte kon redden.
Er gingen daarom op Bonaire steeds meer stemmen op voor de constructie van eigen faciliteiten op het eiland, als belangrijke duikbestemming. Het is goed om te beseffen dat in de jaren zeventig en tachtig, nog lang niet altijd onder leiding van duikscholen werd gedoken en er ook nog lang niet zoveel aandacht was voor opleiding en voorzorgsmaatregelen voor duikers, als vandaag de dag het geval is.
De kentering, als het gaat om de benodigde faciliteiten, kwam toen de nog jonge op Aruba werkende huisarts Dick van der Vaart besloot naar Bonaire te verhuizen. Hij begon daar een eigen praktijk, in eerste instantie gevestigd te Tera Corá. De huisarts, die al tijdens zijn verblijf in Nederland een duikopleiding volgde, was na zijn verhuizing naar Bonaire zelf ook een fervent duiker. Duiken in het koude water van Nederland beviel hem niet zo, maar op Bonaire was dat anders. Het viel Van der Vaart op dat duikers, bij ongevallen op het eiland, niet op Bonaire zelf behandeld konden worden en in zulke gevallen met spoed naar Curaçao moesten worden vervoerd. Dat wekte zijn belangstelling om zich verder te verdiepen in de medische problemen die zich bij het duiken voor konden doen.
Van der Vaart volgde daarom in eerste instantie, toen hij al huisarts was op Bonaire woonde en werkte, een introductiecursus bij Duik Medisch Centrum (DMC) van de Marine in Den Helder. Die opleiding was vooral in het leven geroepen voor artsen de bij de marine dienden, maar was inmiddels verworden tot hét kenniscentrum voor duikers in Nederland.
Hoewel Van der Vaart de initiatiefnemer was voor de opzet van het hedendaagse Recompression Chamber Bonaire, kon hij niet alles alleen doen. Dat hoefde ook niet want vlotvaarder Guus Schweigmann, die schipbreuk leed op Bonaire en duikondernemer Anton van der Heetkamp waren bereid de helpende hand toe te steken. Dat was ook waar voor het toenmalige waarnemend hoofd van het toeristenbureau, de vriendelijke Tico Grijt.
Toen de aanwezigheid van een decompressietank op Bonaire urgent werd, herinnerde Van der Vaart zich de old timer ‘Drager Tank T 7570’ die op de kade in Den Helder stond. De Marine deed er niets meer mee en was al direct bereid om de tank cadeau te doen aan Bonaire. Omdat de vader van Van der Vaart bij het Korps Mariniers had gezeten en daar de nodige contacten had, was een verbinding snel gelegd.
Ook het transport van Den Helder naar Bonaire, was voor de Marine geen probleem. “We komen hem zelf met de Fregat Van Galen wel even brengen’’, liet Kapitein-luitenant ter Zee Wim Landzaat indertijd weten aan Van der Vaart.
Hoewel Van der Vaart de nodige hulp ontving vanuit de lokale overheid en de betrekkingen goed waren, wilde de huisarts liever niet méér inmenging van de overheid dan strikt noodzakelijk was. Om die reden werd in 1986 besloten om de Stichting Recompressietank Bonaire (SRB) op te richten, die een zelfstandig bestaan zou leiden. Aan huisarts Dick van der Vaart werd verlof gegeven om zich in het buitenland verder te bekwamen als gespecialiseerde duikarts. Enige tijd later dan initieel gepland, werd de tank op 30 juni 1986 door het stationsschip ‘Woerden’ naar Bonaire vervoerd, zodat deze in gebruik genomen zou kunnen worden. Drie deskundige marinemannen Goudswaardt, Bloem en Vis zorgden er -samen met nog enkele andere vrijwilligers- voor dat de tank in bruikbare staat werd gebracht. Toenmalig gezaghebber George Soliana dankte tijdens een receptie deze mannen en alle andere medewerkers bij de ingebruikneming van de tank voor hun hulp en inzet voor Bonaire.
Van der Vaart volgde, als initiatiefnemer, in de loop der jaren diverse gespecialiseerde cursussen in met name de Verenigde Staten, waaronder in Seattle en San Antonio. Later bekwaamde Van der Vaart zich verder onder begeleiding van de befaamde Amerikaanse duikarts Jeffrey Davis. Bonaire had nu in de Nederlandse Antillen een arts die zich had gespecialiseerd in duikproblemen. Hoewel de toenmalige tank op Bonaire gold als een van de beste ter wereld, bleek de tank toch niet meer in de moderne duikwereld mee te kunnen.
Het bestuur van de Stichting Recompressietank Bonaire had ondertussen niet stilgezeten. Vooral bestuursleden Robert Smaal en Ruud Vermeulen zorgden ervoor dat er binnen de stichting voldoende middelen aanwezig waren om in het jaar 2006 een nieuwe moderne druktank aan te schaffen. Het mooie van deze tank was dat niet alleen duikers er gebruik van konden maken, maar ook patiënten die behandeld moesten worden voor moeilijk genezende wonden. De overheid verstrekte de nodige middelen voor de huisvesting van het gebouw, waarin ook een zogenaamde hyperbare zuurstof therapie* kon worden verzorgd.
Enkele maanden later kon Van der Vaart en zijn team beschikken over een splinternieuwe zeer geavanceerde tank in een eigen onderkomen dat geheel geschikt was gemaakt voor het werk. Er moest nu alleen nog gezorgd worden dat er geld genoeg binnenkwam voor de inventaris. Van der Vaart kreeg al eerder een donatie van 10.000 gulden. Onder meer de stichting Bonhata was een van de organisaties die in de beginjaren in financieel opzicht het centrum steunde.
In een later stadium besloot Van der Vaart zelf cursussen te geven voor reanimatie van in nood zijnde duikers. Maar liefst 10 vrijwilligers volgende de cursus die in totaal vijf maanden duurde. Dat was van een enorm belang, want jaarlijks werden er op Bonaire inmiddels meer dan 80 duizend duiken gemaakt.
In oktober 1990 vertrok een viertal medewerkers van de recompressiekamer op Bonaire onder leiding van de bevlogen huisarts naar Texas voor een uitgebreide cursus over de behandeling van mensen met duikersziekte. Een voor die tijd dure cursus, waarvan de kosten gesponsord werden door de toenmalige organisatie ‘Sede Antias’.
Na verloop van tijd werd de volgende stap gezet in professionalisering, met de opzet van een compleet centrum, gelegen achter de dokterskliniek van Van der Vaart aan de Kaya Soeur Bartola en recht tegenover het ziekenhuis. Volgens Van der Vaart koos met opzet het terrein tegenover het ziekenhuis, zodat bij spoedgevallen ook op efficiënte wijze de noodzakelijke diagnostiek uitgevoerd kon worden.
Een uit de hand gelopen hobby van huisarts Van der Vaart -bijgestaan door andere enthousiastelingen op het eiland- zorgde uiteindelijk voor een medische faciliteit op Bonaire, waarop menig eiland in de regio ook heden ten dage nog jaloers is. Bonaire groeide door de jaren heen uit tot een toonaangevend eiland als het gaat om de behandeling van onder meer in nood geraakte duikers. In de loop der jaren verleende Van der Vaart ook ondersteuning bij het geven van cursusssen op de andere eilanden. .
Van der Vaart nam kortgeleden afscheid van zijn beroep als huisarts. Voor zijn inzet als huisarts gedurende meer dan dertig jaren én voor zijn inzet voor de realisatie van de recompressiekamer werd Van der Vaart in mei 2022 onderscheiden als Officier in Orde van Oranje-Nassau.
Wie meer wil lezen over de recompressie faciliteiten op het eiland kan online een bezoekje brengen aan www.recompressionchamberbonaire.com
*Hyperbare zuurstoftherapie (HZT of HBOT) is een behandelwijze waarbij een patiënt via een masker 100% zuurstof inademt in een drukcabine, zoals een decompressietank.
Door de hogere druk lost er in het bloed meer zuurstof op, met name in het bloedplasma. Deze zogenaamde ‘hypersaturatie’ zorgt voor het vrijkomen van vasculaire groeifactoren die nieuwe capillaire haarvaatjes doen ontstaan. De verhoogde zuurstofspanning in de weefsels versterkt de werking van bepaalde typen antibiotica.
De hyperbare therapie kan ook positieve effecten hebben op chronische wonden, zoals diabetische zweren, infectie van het bot en onder meer schade door bestraling aan de huid, onderhuids weefsel, en spieren.