KRALENDIJK- Ondanks breed gedragen protesten tegen de plannen om de voormalige plantage Bolivia te gaan ontwikkelen, gaat het bestuurscollege van het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB) toch in zee met de ontwikkelaars van het project.

Volgens een maandag uitgegeven persbericht, gaan het OLB en Bonaire Properties NV samen onderzoek doen naar de mogelijkheid de voormalige plantage Bolivia te ontwikkelen tot een gebied met een gemengde functie. Inmiddels is door de partijen een intentieovereenkomst ondertekend.

Bonaire Properties, eigenaar van het gebied, zegt een ‘klein deel’ te willen ontwikkelen ten behoeve van woningbouw, land- en tuinbouw en ecotoerisme. In de resterende 90% zal de natuur waar nodig worden hersteld en onder professioneel beheer gebracht, zo zegt het bedrijf.

Overleg

In het persbericht staat verder te lezen dat het afgelopen jaar intensief overleg gevoerd tussen het OLB en Bonaire Properties, onder meer om in kaart te brengen aan welke wet- en regelgeving moet worden voldaan. 

“Uit de documentatie en de gesprekken is ons duidelijk geworden dat het project niet alleen zeer professioneel wordt aangepakt, maar dat men ook met respect omgaat met de belangen van Bonaire. Dat laatste is bepalend voor ons eindoordeel”, zegt gezaghebber Edison Rijna.

Volgens directeur van Bonaire Properties Mieke Breemhaar is de voormalige plantage jarenlang ‘verwaarloosd’. “Bolivia wordt al tientallen jaren verwaarloosd. De natuur dreigt volledig verloren te gaan door het gegraas van geiten en erosie. Door een klein deel te ontwikkelen, kan dit prachtige stukje Bonaire worden gered en dragen wij tegelijkertijd bij aan het oplossen van enkele urgente knelpunten zoals het tekort aan betaalbare woningen, een meer divers toeristisch aanbod, onderwijs en het verminderen van de afhankelijkheid van import van land- en tuinbouwproducten. Wij hebben er alle vertrouwen in samen met het OLB tot een afgewogen plan te komen.”

Positief

Ook gedeputeerden Kroon, Thielman en Den Heyer staan positief tegenover het plan. Zij roemen onder meer wat zij omschrijven als ‘verantwoorde aanpak’.