Door Harald Linkels

Kralendijk- Gezaghebber Edison Rijna wil mogelijk toch dat er een soort screening komt van kandidaat-gedeputeerden. Dat schrijft de eerste burger in een brief aan eilandsraadlid Maruga Janga, met een afschrift aan de andere leden van de eilandsraad.

Rijna schrijft in zijn brief aan Janga dat hij de eerste stappen heeft gezet om een concept protocol ‘vermoeden integriteitsschending politieke ambtsdragers’ op te laten stellen. De gezaghebber schrijft ook dat hij nader gaat bekijken of dit samen kan gaan met een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) voor politieke ambtsdragers.

De brief van de gezaghebber komt enkele dagen nadat de MPB-fractie een motie indiende bij de Eilandsraad, waarin de gezaghebber zou worden geïnstrueerd om een soort screening uit te voeren op integriteit, voor dat iemand gedeputeerde mag worden.

Het dissidente DP-lid Maruga Janga hield al meerdere keren een vurig pleidooi bij de gezaghebber voor het treffen van maatregelen door de eerste burger tegen raadslid en voormalig gedeputeerde Clark Abraham. Volgens Janga kon het gedrag van Abraham echt niet meer door de beugel en was er, naar haar stellige, doch -gezien de omstandigheden ook nogal opportunistische- mening, sprake geweest van een schending van de integriteit door Abraham.

De motie van de blauwe partij waarin werd opgeroepen tot een bredere screening van toekomstige bewindspersonen, werd echter verworpen door een meerderheid in de eilandsraad bestaande uit dezelfde Janga (dissent/PDB), Robbie Beukenboom (dissent/PDB), Maritsa Silberie (UPB), Esther Bernabela (onafhankelijk/UPB) en Jeanoushka Raphaela (onafhankelijk/UPB). Janga was blijkbaar wel voor een onderzoek naar het gedrag en het handelen van Abraham, doch niet voor een algemene screening van alle (toekomstige) gedeputeerden.

De MPB zegt in een reactie op de brief van Rijna blij te zijn met de brief en het voornemen van de gezaghebber. “Dit zal er niet alleen voor zorgen dat personen die om een of andere reden niet aan de eisen van een screeningsprofiel kunnen voldoen uitgesloten worden van het bekleden van een bestuurlijke functie, maar ook een positieve invloed hebben op de eer en waarde van de functie van gedeputeerde”, aldus de MPB.