Openbaar Ministerie publiceert nieuwe richtlijn opium delicten
Met ingang van 1 juli 2015 treed voor de Openbare Ministeries (OM) van Curaçao, Sint Maarten en de BES-eilanden een nieuwe richtlijn “opium delicten” in werking. Het betreft een richtlijn uitgevaardigd door de Procureur-generaal (PG).
In de nieuwe richtlijn is een uitgangspunt van denken geformuleerd bij het bepalen van de strafeis voor verschillende vormen van drugs criminaliteit zoals drugshandel; tussenpersonen, verkopers op straat, organisatoren van drugstransporten, drugskoeriers, hennepkwekerijen en XTC-zaken. In de nieuwe richtlijn wordt telkens rekening gehouden recidive. In het geval van een recidivist zal de eis hoger liggen.
Voor het bepalen van de strafeis wordt uitgegaan van het brutogewicht van de drugs. Het komt voor dat de drugs is opgelost in vloeistof of in kleding gedrenkt is, dan wei in pastavorm is of anderszins is verwerkt en de netto concentratie niet is vast te stellen. In dergelijke gevallen eist het Openbaar Ministerie conform de bedoeling in de Opiumwetgeving een straf op basis van het brutogewicht van betreffend object waarin de drugs opgelost is.
In geval van recidive (dat wil zeggen de laatste veroordeling terzake een soortgelijk feit is niet ouder dan 5 jaar) kan de eis met de helft tot 100% worden verhoogd. Tijdsbestek waarin het feit gepleegd is/periode, de methode en hoeveelheden, ernst van de feiten waarvoor eerder veroordeeld is zijn omstandigheden die hier van belang zijn.
In zaken met hoeveelheden tot 500 gram is het uitgangspunt dat in geval van (ingezeten) first offenders bij de Stichting Reclassering een rapportage gevraagd wordt ter voorkoming van herhaling.