Commentaar I Politiek Pragmatisme of Ruggengraatloosheid?
Door Harald Linkels
Kralendijk- Afgelopen week werd dan eindelijk het zogenaamde bestuursakkoord getekend, waarover al maanden werd gespeculeerd.
De meningen over het akkoord lopen erg uiteen. De meeste Nederlandse kranten meenden dat er sprake was van ‘het onder curatale stellen van het lokale bestuur’, maar daarbij viel op dat zij in veel gevallen het ‘nieuws’ klakkeloos van elkaar overnamen, zonder ook maar het geringste benul waar het nu echt om draait.
De vraag is of de bevolking -curatele of niet- nou echt slechter wordt van het gesloten akkoord. Het eiland moddert al een aantal jaren voort, zonder dat echte resultaten worden geboekt. In een door KITLV in 2016 uitgevoerd opinie-onderzoek* was slechts zo’n 24% van de burgers op Bonaire tevreden over de lokale politiek.
Het heeft er dan ook de schijn van dat het de gemiddelde burger koud laat of de lokale politiek nou wel of niet door Den Haag onder curatele is geplaatst. De bewoners van Bonaire maken zich drukker over gaten in de weg, de gestegen prijzen voor stroom en water of het feit dat de koopkracht, sinds de nieuwe verworven status als ‘bijzonder gemeente’, steeds verder achteruit is gegaan.
De behandeling van het akkoord door de eilandsraad leverde echter wel verassingen op. Met name de steun van de Movementu di Pueblo Boneriano (MPB), die na het meestemmen over de motie tot de goedkeuring van het akkoord breed grijzend op de foto ging met de door hen tot nog toe zo verguisde coalitie, leverde de nodige gefrontste wenkbrouwen op.
Partijleider Tjin Asjoe van de MPB meende dat de partij welhaast niet anders kon. “Het akkoord bevat vele punten waar wij steeds op hebben aangedrongen”, aldus Tjin Asjoe. Ook meende Tjin Asjoe dat de partij het niet zou hebben kunnen verkopen als, door haar tegenstem, diverse voordelen uit het akkoord die ten goede komen aan het eiland, geen doorgang zouden hebben gevonden. In theorie althans, want de coalitie beschikte toch wel over de benodigde 5 stemmen om de motie vóór het akkoord door de Eilandsraad aangenomen te krijgen.
De vraag doet zich dan ook voor of het meestemmen van de MPB moet worden aangemerkt als politiek pragmatisme, of als ‘ruggengraatloosheid’. Aangezien iedereen het voordeel van de twijfel geniet, houden we het voorlopig maar even op het eerste. Door de actie van de MPB kon staatsecretaris Knops in elk geval goede sier maken met het pakket aan maatregelen. Immers: er leek nu brede steun te bestaan voor de doorvoering van het door de staatssecretaris uitgedachte bestuursakkoord.
Ook de opstelling van Clark Abraham, leider is van de nog uit 1 persoon bestaande PDB-fractie, was onderwerp van discussie in de gemeenschap. Abraham stemde niet vóór, maar ook niet tegen. “Er staan dingen in die ten goede komen aan de bevolking”, gaf Abraham ruiterlijk toe. Toch zag Abraham ook zoveel nadelen en bezwaren tegen het akkoord, dat hij het niet over zijn hart kon verkrijgen om vóór te stemmen, hoe zeer daarvoor achter de schermen wel werd gelobbied en zelfs (oneigenlijke?) druk op Abraham werd uitgeoefend. De opstelling van Abraham voorkwam een unanieme aanname van het akkoord door het eilandelijke parlement.
Achteraf zal nog moeten blijken wie de spreekwoordelijke kaarten het slimst heeft gespeeld. De UPB/FSP, de MPB of de PDB. Leidt het akkoord tot tastbare resultaten, dan zouden zowel UPB/FSP als MPB daar politiek garen van kunnen spinnen.
Vallen de resultaten tegen, of blijken de nu door Nederlande gedane toezeggingen ‘meer van hetzelfde’, dan zal de PDB er het meeste garen bij spinnen. Abraham krijgt dan achteraf alsnog het gelijk aan zijn kant als het gaat om zijn aarzeling om vóór het akkoord te stemmen. Vooral ook indien in de praktijk blijkt dat het lokale bestuur, in ruil voor een aantal toezeggingen, daadwerkelijk aan de leiband werd gelegd.
Het lastige is dat de verkiezingen van maart 2019 zo snel plaats zullen vinden na ondertekening van het akkoord. Dat betekent dat er waarschijnlijk, op de verkiezingsdag, nog geen tastbare resultaten te zien zijn. Mijn inschatting is dan ook dat met name de MPB het nog moeilijk zal krijgen om uit te leggen waarom zij anders is dan de zittende partijen, die het bestuursakkoord met Nederland uit onderhandelden. Immers, indien de zittende coalitie bereid was offers te brengen en/of zelfstandigheid in te leveren ten gunste van het akkoord (en dus uiteindelijk het eiland en haar bevolking), wat is dan eigenlijk nog de meerwaarde van een overname door de MPB bij de komende verkiezingen?
De door Abraham aangevoerde PDB aan de andere kant kan -in elk geval in potentie- iedereen op het eiland aanspreken die meent dat het akkoord een ontoelaatbare inbreuk was op de semi-autonomie die het Openbaar Lichaam tot nog toe kende, of in elk geval hen die voor méér in plaats van minder autonomie voor het eiland zijn.
Misschien dat Abraham dan niet het politiek pragmatisme toonde dat de MPB wel deed, maar anderzijds kan hem in elk geval geen -of althans in mindere mate- ‘ruggengraatloosheid’ worden verweten. In hoeverre hij de door hem vertoonde standvastigheid zal weten te verzilveren bij de verkiezingen, zal nog moeten blijken.
*CCC Opinieonderzoek 2016, KITLV/Wouter Veenendaal