Olievervuiling Tobago kost minstens 12 miljoen dollar
De olievervuiling bij het Caribische eiland Tobago in februari heeft Trinidad en Tobago minstens 12 miljoen dollar gekost. Deze kosten kunnen nog oplopen tot 30 miljoen dollar. Hoewel deze kosten worden vergoed via het Internationale Fonds ter Compensatie van Olievervuiling (IOPCF), ergert het minister Stuart Young van Energie dat de verantwoordelijken nog steeds niet zijn gevonden.
Op 7 februari van dit jaar zonk de Gulfstream, die werd voortgetrokken door de sleepboot Solo Creed, voor de kust van het toeristeneiland Tobago. Sinds het incident is er geen spoor meer van de bemanningen van beide vaartuigen.
Grote hoeveelheden olie stroomden uit de gezonken Gulfstream en veroorzaakten ernstige schade aan de stranden van Tobago. Ook andere eilanden in de Caribische Zee, waaronder Bonaire en zelfs Aruba, werden in de dagen en weken na de ramp geconfronteerd met vervuiling. De olie bereikte ook de Venezolaanse kust.
Dankzij tijdige waarschuwingen konden de autoriteiten van deze landen maatregelen nemen om de schade te beperken. Trinidad en Tobago heeft echter flink moeten betalen, aldus minister Young. “De exacte omvang van de schade moet nog worden vastgesteld, maar duidelijk is dat enkele mangrovebossen onherstelbaar zijn beschadigd. Ook de toerisme- en visserijsector zijn zwaar getroffen.”
Het land ontvangt voorlopig 20 miljoen euro van het IOPCF, mede omdat het nog een raadsel blijft wie de eigenaren zijn van de schepen die de olievervuiling veroorzaakten. Young meldt dat zijn land hulp heeft gevraagd aan onder meer Aruba, Curaçao en Panama om de daders op te sporen.