Nieuws van Bonaire

Daisy Coffie – We moeten onszelf aanpakken 

Het gesprek met Daisy Coffie, lijsttrekker van M21, begint wat later dan afgesproken. Daisy Coffie moest zich eerst even nestelen en dat kostte wat moeite door een blessure.

Door Auke van der Berg

M21 doet voor het eerst mee aan de verkiezingen. Deze nieuweling is in 2021 ontstaan nadat Daisy Coffie in 2020 aan de kant gezet werd door de MPB, de partij waarvoor zij sinds 2015 in de Eilandsraad zat. Volgens haar zeggen omdat ze te kritisch was. Zij behield de zetel in de Eilandsraad als onafhankelijke fractie. Een jaar later richtte zij M21 op.  

Daisy Coffie heeft na de middelbare school in Utrecht Speech Language & Hearing Pathology gestudeerd. Voor zij de politiek inging, werkte Daisy Coffie als logopediste.

‘Gisteren heb ik ongeveer de halve dag op de poli doorgebracht. Moest vroeg in het ziekenhuis zijn voor een controle. Daar zagen ze dat ik erg last van mijn knie had. Ik kon niet meer lopen of staan. Er zijn röntgenfoto’s gemaakt. Er is niks gebroken of gescheurd. Volgens de chirurg is er waarschijnlijk een te grote druk op geweest of ik heb me gestoten tijdens carnaval.’ 

Was je te enthousiast met carnaval?

‘Ja, ik heb veel gedanst! Het was gezellig, dus ik dacht bij mezelf, oké, misschien is dit de laatste keer dat je gaat.

Het gaat vandaag al iets beter. Ik heb het verband er net afgehaald. Dat moet elke dag een paar uur. Ik zit helemaal in doeken gewikkeld. Ik voel me een beetje Jezus Christus van voorheen. 

O ja, eerst even dit. Ik had je gisteren heel graag ons programma willen sturen. We wilden het Aswoensdag de deur uitdoen, maar ik zag nog wat tikfoutjes hier en daar. Dat ga ik straks corrigeren. Kunnen we aan de slag met de marketing. 

Het programma is er nu in het Papiaments en het Nederlands. We hadden het ook graag in het Spaans en Engels laten vertalen. Maar daar hebben we gewoon geen geld voor.’

Hoe lastig is het om een nieuwe partij onder de aandacht te brengen?

‘Hoe wij ervoor staan op dit moment als M21? De ontvangst bij mensen thuis, in de buurten is heel groot en goed. 

Maar over verkiezingen heb ik altijd zo mijn eigen ideeën. Mensen kunnen van alles zeggen en beloven, maar wat ze uiteindelijk op de dag zelf doen, weten we niet. Wat gaan ze doen als ze achter dat gordijntje stappen?

Daarom ben ik wat voorzichtig om te zeggen hoe we ervoor staan. Wij doen ons best om onze boodschap zo goed mogelijk over te brengen. 

Op het eiland is stemmen heel vaak iets heel traditioneels. Mijn moeder deed dit, mijn overgrootmoeder dat, dus stem ik ook op die kleur. Als je dan vraagt waarom, kunnen ze dat meestal niet uitleggen. Men is niet zo op inhoud gefocust. 

Het lijkt alsof men meer bezig is met hoeveel vlaggetjes er buiten hangen, hoeveel stickers van die kleur je rond ziet rijden. Of ze luisteren naar de verhalen over die ene persoon. 

Ook horen mensen graag bij de winnende partij. Zo gaan ze vrolijk mee met diegene waarover ze het meest horen of die ze het meest zien. Of ze houden zich stil, en wachten af wie er gaat winnen, kunnen ze zich achteraf nog aansluiten. 

We vallen goed bij de nieuwkomers, de jongeren en de immigranten. Dat komt waarschijnlijk omdat wij het begrip inclusiviteit benadrukken. Die groepen zijn vaak achtergesteld. Ze zijn daarom bewuster bezig met de inhoud van een partij. Zij willen een alternatief voor de bestaande partijen. Die hebben ze allemaal voorbij zien komen en die komen iedere keer met dezelfde beloftes. Het lijken wel dinosaurussen zo langzamerhand. Het wordt tijd om eens een ander geluid te horen. Met nieuwe mensen.’

Over nieuwe mensen gesproken. Ik zag een paar Europese Nederlanders op de lijst van M21. Krijg je daar commentaar op?  

‘Nee, ik had eerlijk gezegd wel wat commentaar verwacht. Zo van, wat moet je met die Europese Nederlanders? Maar tot nu toe hoor ik niks negatiefs. 

De twee over wie je het hebt, wonen overigens al jaren op het eiland. Ze spreken de taal en hebben goede ideeën over de toekomst van het eiland.

We hebben een goede groep kandidaten. Ook mensen met een Venezolaanse, een half Colombiaanse en een half Antilliaanse achtergrond. We hebben geprobeerd een afspiegeling van de maatschappij te geven. Daar ben ik heel blij mee. 

Ik hoop gewoon dat mensen ons hun vertrouwen geven en ons een paar zetels gunnen.’

Het woord inclusiviteit kom je een aantal keren tegen in het programma. Zet je daarmee een deel van de wat behoudender kiezer op een zijspoor of … Ik noem bijvoorbeeld de protesten tegen het vieren van Paarse Vrijdag op scholen?

‘Dit begrip hebben we vanaf het begin heel duidelijk uitgelegd. We wonen hier in een democratische rechtsstaat. We hebben hier scheiding van kerk en staat. 

Vanuit de overheid dienen we te staan voor de rechten van de mens. Voor iedereen. 

We gaan ervoor dat niemand achterblijft. Dat is ons streven.

Je hebt altijd mensen die van nature vooruitlopen en je hebt mensen die een duwtje in de rug nodig hebben. 

Je moet er tegelijk ook niet te veel over praten. Als je dat doet, ga je groepen apart zetten. 

Overigens begrijpen de mensen het goed, hoor, als je uitlegt hoe je erover denkt.’ 

Hoe vind je dat het eiland ervoor staat?

‘Graag zou ik het anders zien, we moeten de boel op orde zien te krijgen. Het eiland is veel te snel aan het groeien. En daarbij worden onze eigen mensen over het hoofd gezien.

Er gebeurt heel veel. Je zou het vooruitgang kunnen noemen. Vooral in de bouwsector, de horeca, de appartementencomplexen die verhuurd worden, een en al drukte. Maar helaas komt weinig ten goede van onze eigen mensen. Want de eigenaren zijn allemaal van buitenaf. Waardoor ook het geld naar elders doorgesluisd wordt. 

Tegenwoordig is het zelfs zo erg dat je vanuit Nederland met Ideal kunt betalen. Het merendeel van de nieuwe hotels is van Nederlanders. Die hebben websites waarop je vooraf betaald. Het geld komt zelfs niet eens meer hier.

Dit komt onze mensen niet ten goede. 

Ik bedenk dat ik het al drukker vond worden toen ik na de middelbare school terugkwam van Curaçao. Daarna ging ik studeren in Utrecht en kwam ik pas terug toen ik 32,33 was. En weer was het veel en veel drukker geworden.

Kun je nagaan hoe het nu is. Het moet nu stoppen. Ik wil het woord niet noemen, maar zo nu en dan denk ik aan een tijdelijke immigratiestop. Hebben we tijd om alles op een rijtje te zetten en de balans op te maken. Om daarna gestructureerd verder te gaan. Met evaluatiemomenten ingebouwd om te kijken of er aanpassingen nodig zijn.

Het lijkt alsof niemand in de afgelopen jaren rekening gehouden heeft met de gevolgen van al die veranderingen voor onze eigen mensen.

Meer dan 40% van de lokale bevolking leeft onder de armoedegrens. Natuurlijk hebben wij nog geen krottenwijken zoals in Venezuela of Colombia. Maar we hebben het over het Koninkrijk der Nederlanden. Dan mag je verwachten dat mensen het recht hebben op een huis, op voldoende eten. Dat je kind het onderwijs kan krijgen dat het nodig heeft. 

Daar word ik ook op aangesproken door de mensen. Die zeggen dat er langs de kust steeds allemaal dingen gebeuren. Maar als je de straat opgaat, zie je dat er even verderop niets gebeurt voor de bevolking.

Het lijkt alsof we niet voorbereid waren op deze ontwikkelingen. 

We hebben niet voldoende mensen om dit aan te kunnen. De mensen die het kunnen, zitten grotendeels in het buitenland. Maar zelfs al zouden ze terugkomen, is het nog de vraag of zij deze groei in het gareel kunnen houden.

We moeten het hebben over de Gemeentewet, welke mogelijkheden die biedt, over een huisvestingsverordening. Daar is tot nu toe niets mee gedaan.

We weten allemaal dat er wat moet gebeuren. Beleid, planning en organisatie zijn de drie woorden waar we ons op moeten concentreren. Nu lijkt het alsof men niet eens weet uit welke richting de wind komt.’

In een interview las ik dat jij eigenlijk heel lang hebt gedacht dat politiek niet iets voor jou was. 

‘Dat is zo. Ik was al eerder door een paar partijen benaderd, maar ik had eigenlijk geen belangstelling voor politiek.

Toen de MPB kwam, vroeg men mij om alle kandidaten te interviewen. Door al die interviews raakte ik enthousiaster. Een nieuwe partij, een nieuw geluid. Het voelde goed. 

Uiteindelijk ging ik overstag. Ik kende de groep ondertussen goed.

Ik besloot dat ik niet langer langs de zijkant wilde staan. Al wist ik niet waar ik me in ging storten. Maar ik was bereid om een en ander te leren. Te leren hoe politiek bedreven wordt. 

Na de verkiezingen kwamen we in de oppositie terecht. Onze partijleider moest eerst naar Aruba, dus ik moest zelf veel uitzoeken. In dossiers duiken, uitzoeken wie wie is. Achteraf ben ik wel blij met die start. Het heeft me gevormd als politicus.

Je leert met wie je moet spreken, welke kamerleden, welke staatssecretarissen, welke ambtenaren. Je moet veel lezen. De achtergrond van allerlei zaken kennen. Dan leer je ook je mening te geven. Ook intern. Natuurlijk levert dat gesputter op. Krijg je te horen dat je nog nieuw bent, nog veel moet leren. 

Uiteraard hou je rekening met de partij. Maar mijn mond houden is niet mijn sterkste kant.’

Dan komt de dag dat de partij, de MPB, je aan de kant schuift. 

‘Na 14 maanden afwezigheid door ziekte kwam ik op 6 september terug op het eiland, op 7 september 2020 kreeg ik te horen dat men mij mijn functie als fractieleider ontnomen had. Zogenaamd wegens mijn “gezondheid”. Zonder overleg met mij was dat besloten. Terwijl ik sinds 2015 voor de partij in de Eilandsraad zat. Ik draag principes hoog in het vaandel, één daarvan is “behandel je medemens zoals jij behandeld wilt worden.” Het was dus ook een principieel besluit om niet verder te gaan met MPB: het vertrouwen in de fractieleden, het bestuur, de partijleider en de partij-adviseurs was in één klap weg. Hoewel we geprobeerd hebben om tot een compromis te komen, was het kwaad al geschied en met elke onderhandelingsronde werd het vertrouwen kleiner. Tot ik de knoop maar heb doorgehakt.

Die stap heeft mij gesterkt. Het heeft mijn kracht groter gemaakt. Ik geloof in mijzelf. En ik weet dat het beter kan. Voor ons volk.

Daar zat ik ineens als zelfstandig lid van de Eilandsraad. Die eerste dag in die fractiekamer vergeet je niet snel. Daar zit je in je eentje. Met een fractiemedewerker. Je doet de computer aan en je ziet al die post. Al die onderwerpen.

Het was het moment dat ik mij realiseerde dat het gewoon een taak is. Een taak waar je veel tijd en energie in moet steken. Net als toen ik het deed voor een fractie van vier, maar nu was het maar voor één: mijzelf. 

Je kunt niet meer rustig ergens een kopje koffie drinken. Dat is een luxe geworden. Maar ik doe het werk met heel mijn hart. En met plezier. Ik kan iets doen voor ons volk.

Natuurlijk kun je in je eentje geen veranderingen teweegbrengen. Daarom hoop ik uiteraard dat we een paar zetels winnen. Zodat we het verschil kunnen maken.

De huidige coalitie zit er nu vier jaar. Het lijkt erop dat ze elkaar uit de wind houden. Het zijn eigenlijk vier verloren jaren. Dat is teleurstellend. Dat hoor je ook van de kiezers. 

De enigen die het goed hebben gehad zijn de buitenlandse investeerders en de bouwbedrijven. 

Omdat we zelf niet genoeg mensen voor al die bouwprojecten hebben, kregen we een grote instroom. Maar juist die mensen zitten nu met acht, negen man in een huisje. En als ze hun vrouw en kinderen over laten komen, komen de scholen in de knel te zitten. Het is een vicieuze cirkel geworden. Daar moet wat aan gedaan worden.’

Als ik je zo hoor, heb je ondertussen je roeping gevonden. Bijna per ongeluk.

‘Ja, als klein meisje ben ik opgegroeid bij ouders die erg betrokken waren bij de samenleving. Mijn vader wat meer op de achtergrond, maar mijn moeder was erg duidelijk: je doet iets voor de ander, niet alleen maar voor jezelf. Dat is heel belangrijk geweest bij onze opvoeding. Je bent niet alleen op de wereld.

Ook namen ze ons veel mee op reis. Om je te leren de wereld niet alleen vanuit het perspectief van Bonaire te zien. Als je in een hotel slaapt, in een taxi stapt en daarna in een krottenwijk rondkijkt, draagt dat bij aan je vorming. 

Het gaat niet alleen om die ene familie, die ene klas, om dat ene buurtcentrum. Het gaat om het hele eiland. Dat is mijn drive.’

Dan zullen je ouders wel trots zijn.

‘Dat weet ik. Maar ik weet ook dat zij het liefst zouden zien dat ik uit de politiek zou zijn gebleven en gewoon een rustig leven zou leiden. Wel zouden ze verwachten dat ik me in zou zetten voor de samenleving. Dat is ons met de paplepel ingegoten. We zijn met vier zusjes en we werken allemaal in de community. 

Mijn moeder heeft me een aantal keren gebeld toen ik M21 oprichtte. Ze waarschuwde voor de gevaren. Voor mezelf. Maar ook voor de kinderen, voor de familie. 

Ik heb haar uitgelegd dat ik niet iemand ben die op straat leeft. Vanuit huis ga ik naar kantoor. En terug.’

Zie je ook positieve ontwikkelingen als je naar de politiek hier en in Den Haag kijkt?

‘In de contacten met Nederland zie ik dat in de huidige Tweede Kamer nieuwe mensen zitten die begrijpen wat er hier gebeurt. Er is meer kleur in de Kamer. 

Maar we moeten er wel voor zorgen dat wij hiervandaan met initiatieven komen. Wij kunnen veel meer doen. We moeten niet alleen maar afwachten.

Dat krijg ik ook in den Haag te horen: waar blijven jullie? Waarom wordt er geen initiatief ondernomen? 

Je kunt met de vinger naar Den Haag wijzen, maar je mag ook wel eens in de spiegel kijken.

We moeten onszelf aanpakken. Als ik bijvoorbeeld zie dat we meer dan tig keer achter gesloten deuren vergaderen en dat collega’s daar niet eens naartoe gaan, dan is er nog werk aan de winkel. Als je daar niet naartoe gaat, hoe weet je dan wat er speelt?

Over de gang van zaken hier ben ik minder positief. Het lijkt alsof de Eilandsraad de macht aan het Bestuurscollege heeft overgedragen. De leden van de Eilandsraad krijgen te weinig informatie. Nu lijkt het alsof de Raad een soort appendix is.’

Stel je voor, op 15 maart krijg je de meerderheid in de Eilandsraad. Wat is het eerste dat je gaat doen?

‘Daar zijn we nog niet echt mee bezig. Op dit moment steken we onze energie in het onder de aandacht brengen van ons programma. Maar ik stel me zo voor dat we bij elkaar komen en de volgende stap bespreken. Ik zou natuurlijk graag de meerderheid in de Eilandsraad krijgen. Maar of dat realistisch is … 

Natuurlijk hoop ik dat we zetels krijgen, kunnen we in ieder geval ons geluid laten horen.

We willen graag dat iedereen mee kan doen. Als eerste gaan we ons richten op de armoede waar veel mensen mee te kampen hebben. We willen meteen beginnen met een integrale wijkontwikkeling. Door adviesraden te benoemen om te inventariseren wat er nodig is. Dat hoeft niet weken te duren. Werkgelegenheid die loont en onze relatie met Nederland verdienen ook per direct aandacht. 

We moeten prioriteiten stellen. En dan per onderdeel kijken wat er nodig is. De juiste mensen op de juiste plekken neerzetten. Daarbij moeten we ook kijken naar de jongeren die na hun studie niet terug zijn gekomen naar het eiland. Wat kunnen zij voor het eiland betekenen en wat kunnen wij doen om hen terug te halen?

Maak concrete plannen voor de woningbouw, voor de gezondheidszorg, voor het onderwijs. Tot nu toe gaat alles zonder duidelijk plan, zonder visie. Er staat nu bijna niets op papier. Op organisatieniveau ontbreekt er nogal wat. 

Als je niet weet waar je naartoe wilt, kun je toch geen stappen zetten?

Kijk naar het onderwijs. We hebben prachtige gebouwen gekregen, mooie boeken en goedwerkende airco’s. Maar niet voor onze eigen mensen. Inhoudelijk is niets op maat gemaakt. Daardoor belemmer je onze kinderen in hun ontwikkeling.

Eerder had je een zwart bord en daarop werd met een krijtje de naam van Piet Hein geschreven. Daarna kwam er een groen bord waar Piet Hein op werd geschreven met een wit krijtje. Nog weer later werd het een wit bord en een zwarte stift. Nu wandelt een cartoon van Piet Hein over het digitale bord. 

Is dit een manier om het volk dom te houden? 

Dat we ook dingen leren over die kant van de geschiedenis is logisch. Maar wel vanuit ons perspectief. De nadruk moet liggen op onze geschiedenis. Onze identiteit is naar de achtergrond geraakt. 

Ik hoef niet alle rivieren van Europa te kennen. Of alle bergketens.

Ook moet de ambachtsschool terug en de huishoudschool. Er zijn hier veel kinderen die bij die scholen baat hebben. Waardoor ook zij een volwaardige plek in de samenleving kunnen krijgen.

Waar we ook aandacht aan moeten schenken is de band met de landen dichtbij ons. Neem Colombia en Venezuela. Als we bijvoorbeeld wel naar Colombia mogen voor een operatie, waarom mag een Colombiaanse arts hier dan niet werken? Waarom telt dat diploma ineens niet meer als hij of zij hier aan de slag wil?’

Je spreekt met veel inzet over de partij, over de politiek …

‘Van huis uit ben ik protestants opgevoed. Maar ik ben nooit zo met het geloof bezig geweest als vanaf het moment dat ik die slechte diagnose kreeg bijna vier jaar geleden. Toen heb ik God vaker dan vaak aangesproken. Ik heb Hem gevraagd om me te helpen. Ik wist dat Hij me nog nooit in de steek had gelaten en dat Hij me de kracht zou geven om door deze periode heen te komen. 

En die kracht kreeg ik. De artsen in het ziekenhuis in Amsterdam waren verbaasd hoe ik me door alles heensloeg. Ik had een soort kracht van binnenuit gekregen. Een kracht waar ik de woorden niet voor kan vinden. 

Die kracht heb ik nog steeds in me. En die wil ik gebruiken voor ons eiland.’

Het programmablad van M21 is hier te lezen: Papiaments en Nederlands

Deel dit artikel

Rocargo

Rocargo

Rocargo

Rocargo