
De recente dood van twee onschuldige fietsers op de wegen van Bonaire, binnen een tijd van nog geen twee weken, lijkt ‘iets’ los te hebben gemaakt bij veel inwoners, vooral van Nederlandse komaf.
Een reactie van gedeputeerde Elvis Tjin Asjoe, om naast condoleances ook uit te spreken dat het eiland een probleem heeft als het gaat om gedrag van bestuurders, leek -hoe terecht ook- onbedoeld olie op het vuur te gooien. Velen zagen in de reactie van Tjin Asjoe een poging om de verantwoordelijkheid voor de verkeerdoden weer af te schuiven richting weggebruikers zelf, in plaats van ronduit te erkennen dat de situatie van het wegennet erbarmelijk is.
Verschillende burgers lieten op Sociale Media weten dat zij, mede door het gebeurde, zeker niet op wéér op de MBP zouden stemmen. Het lijkt hierbij, alsof vooral de MPB persoonlijk wordt aangerekend dat de infrastructuur in een belabberde staat verkeert.
Dat is opvallend.
Het deplorabele wegennet is namelijk niet iets van de afgelopen vier jaar. Het is al ruim vijftig jaar een hot item op het eiland. Niet voor niets zette de delegatie van Bonaire, in aanloop naar de nieuwe staatkundige structuur als Openbaar Lichaam met ingang van 10/10/10, zwaar in op een oplossing voor de achtergebleven infrastructuur. Eén van de onderhandelaars van de zogenaamde Slotverklaring, de afgelopen jaar overleden politicus Jopie Abraham, verkeerde in de stellige overtuiging dat Nederland, op grond van gemaakte afspraken ruimhartig zou gaan investeren in de wegen van het eiland. Niks bleek ooit een grotere illusie. Nederland wilde dan wel een financiële bijdrage leveren, maar lang niet zo groot als verwacht. De primaire verantwoordelijkheid voor het wegennet op zich nemen, werd door Nederland zelfs resoluut afgewezen.Niet alleen op Bonaire overigens, maar net zo goed op St. Eustatius waar talloze jaren werd getalmd met noodzakelijke investeringen, zelfs nadat het eiland rechtstreeks door politiek Den Haag werd bestuurd.
Wie objectief naar de zaken kijkt, zal niet anders kunnen doen dan toegeven dat in de afgelopen vier jaar meer werd gedaan aan de wegen op Bonaire, dan in pak ‘m beet de twintig jaar daarvoor. Voor het eerst is er sprake van een concreet uitvoeringsplan, en is er een monitor om aan te geven in hoeverre doelen al zijn bereikt en zijn er tijdslijnen uitgezet wanneer wat aan de beurt is.
Het is naar mijn mening dan ook niet zozeer dat de wegen opeens of spontaan slechter zijn dan voorheen. Het is wel een feit dat er sinds 10/10/10 de bevolking met ruim 25% is toegenomen. Het is ook logisch om aan te nemen dat het aantal voertuigen navenant is meegegroeid. Dan hebben we het nog niet eens over de redelijk explosieve groei van het toerisme.
Nee, wat MPB/UPB mijns inziens wél mag worden aangerekend is dat het nog niet lukt een rem te zetten op de explosieve groei van het eiland. Alle mooie woorden over het afremmen van het (cruise)toerisme en het greenwashen van toeristische promotie onder de slogan “It’s in our nature”, ten spijt, lijkt nog steeds een relatief ongebreidelde groei in bezoekersaantallen te worden nagestreefd.
Elk nieuw hotel en elk nieuw bouwproject heeft weer een impact op onder andere het watermanagement en -dus- de overlast die regen met zich meebrengt. De toestand van de infrastructuur wordt niet perse duidelijk slechter, maar wel steeds duidelijkers zichtbaar. Wat dat betreft ben ik erg benieuwd naar de visie van de partijen die in maart 2023 mee zullen doen met de verkiezingen.
Hoewel er sprake is van veel ongenoegens onder de huidige inwoners, zijn er weinig partijen die zich echt keihard uitspreken tegen het afremmen van de ongebreidelde groei van onder meer het toerisme, bouw en bevolkingsaantallen.
Zeggen dat je iets gaat doen, is nog heel wat anders dan het daadwerkelijk doen. Men mag dan zwaaien met wapenfeiten als te Tourism Entry Fee, betere statistieken en een mooi nieuw logo, maar voor de rest is er bitter weinig veranderd.