Nieuws van Bonaire

Transport gedetineerden tussen de eilanden gaat niet zoals het moet

KRALENDIJK – Het transport van gedetineerden tussen Bonaire, Sint Eustatius en Saba gaat niet optimaal. Niet alle voorschriften worden nageleefd. Dat concludeert de Raad voor de Rechtshandhaving.

Die onderzocht de Onderlinge Regelingen Detentie die Justitie hanteert voor gevangenen binnen het Koninkrijk. Dan gaat het om de uitvoering van voorwaardelijke in vrijheidsstelling voor gevangenen die elders in het koninkrijk vastzitten. Maar ook de tijdelijke overplaatsing om veiligheidsredenen of de overplaatsing naar een justitiële inrichting in een ander land van het Koninkrijk met het oog op zijn resocialisatie.

Bovenstaande uitvoeringen gaan vrijwel altijd goed en volgens procedure, maar bij het vervoer tussen de drie eilanden van Caribisch Nederland moet het volgens de Raad beter. De betrokken ministers worden niet geïnformeerd en de kostenvergoeding voor terugkeer van gevangenen naar Saba en Sint Eustatius wordt niet op de juiste wijze uitgevoerd.

Informeren en betalen

Op grond van de Onderlinge Regeling moeten de ministers van Justitie van Sint Maarten en van Curaçao vooraf worden geïnformeerd over een voorgenomen transport van een gedetineerde van Sint Eustatius of Saba naar de Justitiële Inrichting Caribisch Nederland (JICN) op Bonaire, dat via hun grondgebied gaat. 

In de praktijk wordt een kennisgeving veelal achterwege gelaten. Omdat de transporten in de regel via de twee genoemde landen lopen en de ministers van die landen verantwoordelijk zijn voor hetgeen op hun grondgebied gebeurt, vindt de Raad het belangrijk dat de voorgeschreven kennisgeving wél wordt gedaan.

Er is ook bepaald dat Nederland de kosten moet vergoeden die voortvloeien uit toepassing van deze regeling. Maar het is volgens de Raad niet duidelijk welke organisatie daarvoor verantwoordelijk is. In de praktijk vergoedt het Openbaar Ministerie BES deze kosten. Het komt voor dat gedetineerden uit de JICN worden ontslagen zonder in het bezit te zijn van een ticket om terug te reizen naar Sint Eustatius of Saba. 

Naar het oordeel van de Raad zijn de autoriteiten die een gedetineerde van Sint Eustatius of Saba overbrengen naar Bonaire gehouden zijn terugreis na afloop van detentie te faciliteren.

Handboeien

De landen hanteren vaste werkwijzen wanneer zij transporten van gedetineerden per vliegtuig uitvoeren. Er bestaan wel verschillen in het gebruik van de speciale handboeien voor tijdens de vlucht. En alleen voor het arrestatieteam van Curaçao, dat de transporten van Curaçaose gedetineerden begeleidt, is een transportprocedure beschreven. 

Rocargo

Alhoewel de Raad van oordeel is dat de landen voldoende voorzieningen hebben getroffen om de veiligheid van de gedetineerden en van derden te borgen, meent hij dat het goed zou zijn als ook de andere landen, net zoals Curaçao heeft gedaan, voor vastlegging van de procedures – inclusief het gebruik van handboeien en afspraken met betrokkenen zoals de luchtvaartmaatschappijen – zouden zorgen.

De Raad vraagt voorts aandacht voor de positie van gedetineerden die van Sint Eustatius of Saba naar de JICN op Bonaire worden overgebracht. Die overbrenging betekent dat hun recht op familie- en gezinsleven, resulterende in onder meer het ontvangen van (familie)bezoek, moeilijk kan worden verwezenlijkt. Volgens de Raad moet een oplossing worden gerealiseerd voor de waarborging van grondrechten, zoals het recht op familie- en gezinsleven (familiebezoek).

Rechtspositie gedetineerde

Overplaatsing van een gedetineerde naar een ander land, of dat nu is om redenen van capaciteitsgebrek, veiligheid, medische behandeling of resocialisatie, zal in de meeste gevallen een forse impact hebben op het dagelijkse leven van betrokkene. 

Gelet op de ingrijpende gevolgen van overplaatsing is de Raad van mening dat de betrokken gedetineerde een rechtsmiddel ter beschikking dient te staan indien hij het niet eens is met een beslissing in het kader van de Onderlinge Regeling. 

De Raad is van oordeel dat het – los van het strafvorderlijk kort geding als ‘restvoorziening’ – op de weg van de landen ligt om een specifieke voorziening te treffen om de rechtsbescherming van gedetineerden in het kader van de overplaatsingsbeslissingen te verbeteren dan wel te waarborgen.

Deel dit artikel