Nieuws van Bonaire

De ‘methode Hart’: een nieuwe aanpak voor natuurbehoud en beheer? 

Door René Roders

De afgelopen 60 jaar pleitten alle biologen en ecologen die advies hebben gegeven over natuurbehoud en beheer op Bonaire voor slechts één maatregel: verwijder de loslopende grazers. Oud gezaghebber Hart heeft daar vorige week in een open brief een nieuwe aanpak tegenover gezet, gericht op de plantage Bolivia: bouw 1.900 woningen, 5 eco-resorts en ontwikkel 6 tuinbouwbedrijven en dan komt het goed met Bolivia. 

Ik vroeg me af of de ‘methode Hart’ een kritische beschouwing doorstaat en daarom onderzocht ik enkele van zijn beweringen. De kern van zijn aanpak ligt vast in de volgende citaten.

‘Slechts 10% wordt gereserveerd voor woningen, landbouw en ecotoerisme en worden gesitueerd in dat deel van Bolivia waar de oorspronkelijke natuur verwoest is door het gegraas van geiten en ezels.’

‘Doorgaan zoals nu betekent dat ook de laatste resten oorspronkelijke natuur over een aantal jaren is verdwenen.’ 

‘Natuurlijk is gelukkig nog steeds waardevolle natuur aanwezig zoals delen tropisch droogbos en uiteraard de grotten met inscripties en vleermuizenkolonies. Het is evident dat daar geen ontwikkeling zal plaatsvinden, anders dan juist het versterken en beheren van natuurwaarden.’

De eerste bewering dat er ‘slechts 10%’ gaat worden ontwikkeld is onjuist. Ook de bewering dat wordt ontwikkeld ‘waar de oorspronkelijke natuur verwoest is’ is niet waar. Blijkens de kaart op blz. 34 van het ‘Woningbouwonderzoek Plantage Bolivia’ dat in opdracht van Breemhaar door Bureau Stedelijke Planning in september vorig jaar is geschreven, blijkt dat ruim 30% van het middenterras wordt ontwikkeld. En bovendien, wanneer we de hierboven aangehaalde kaart leggen op de kaart van Carmabi uit 1998, dan blijkt dat Breemhaar van plan is de grenzen van de delen die volgens Carmabi voor bescherming in aanmerking komen, aan alle kanten te overschrijden. 

En dan nog even een opmerking over het gebruik van het woord ‘verwoest’. De natuur van delen van Bolivia is niet ‘verwoest’ maar kaalgevreten. Dat is echt iets anders. 

Harts tweede bewering ‘doorgaan zoals nu betekent dat ook de laatste resten oorspronkelijke natuur over een aantal jaren is verdwenen’ is helaas ook onjuist. Bolivia ligt er al jaren bij zoals het er bij ligt. Tot in de jaren 1960 liepen in Bolivia kuddes paarden rond, vonden varkens en koeien er hun eten en nu nog steeds grazen geiten de zaailingen weg. En toch ligt Bolivia er nog steeds bij zoals het erbij ligt. Met (volgens Carmabi) ‘delen met lage vegetatie, delen met verspreide bomen in lage vegetatie, vrij dichte open boom- of struikvegetatie en dichte boom- of struiklaag’. Die paarden, varkens, koeien en geiten zijn er dus de afgelopen 150 jaar niet in geslaagd heel Bolivia kaal te grazen. Juist daarin schuilt de hoop op natuurherstel en -behoud: verwijdering van de grazers.

Helaas is ook de derde bewering, dat het ‘evident’ is dat boven de grotten met inscripties en vleermuizenkolonies ‘geen ontwikkeling zal plaatsvinden’, onjuist. Opnieuw geeft de kaart uit het ‘Woningbouwonderzoek Plantage Bolivia’ daar duidelijkheid over. Er is woningbouw gepland direct boven de grotten van Roshikiri en Spelonk.

Op basis van het bovenstaande kom ik tot de conclusie dat de ‘methode Hart’, moet worden verwezen naar het rijk der fabelen en dat we ons beter kunnen richten op het advies van deskundige onderzoekers van Carmabi en Wageningen Universiteit: haal de grazers weg. 

Resteert de vraag waarom oud-gezaghebber Hart zo’n hartstochtelijk pleidooi houdt voor de ontwikkeling van Bolivia. Zijn argumenten ingegeven door de natuur blijken niet houdbaar. En uit het concept Ruimtelijk Ontwikkelplan 2022 blijkt dat Bolivia niet nodig is om het tekort aan woningen op te lossen. Ligt zijn motief misschien verborgen in het feit dat hij nog steeds mede-eigenaar is?

Deel dit artikel