Nieuws van Bonaire

Column deel 12: Hé zus, jij hebt makkelijk praten!

Column deel 11: Hé zus, jij hebt makkelijk praten!
Tekening door de Arubaans/Bonairiaanse Naiguata Sativa Winklaar (18 jaar, Havo 5)

Een cliché is een kapstok waar een heleboel emotie aan opgehangen kan worden.Renate Rubinstein, schrijfster 1929-1990

De zussen Esther en Linda schrijven columns over de vier talen die op de ABC-eilanden worden gesproken. Het bijzondere aan de column is dat er een vijfde taal in de column is verwerkt. Het is dus niet alleen Nederlands, Engels, Spaans en Papiaments, maar ook gebarentaal voor doven. Esther is tolk gebarentaal en Linda geeft les in Nederlands en Engels en spreekt goed Spaans. De reden waarom ze schrijven is dat het best bijzonder is dat op de eilanden minimaal vier talen worden gesproken.

Hey zus, 

Ik heb iets grappigs ontdekt. De manier waarop men hier op Bonaire whatsappt lijkt op de manier van whatsappen in de dove gemeenschap!

In Nederland is het zo dat we eigenlijk meteen bij elkaar in huis vallen als we appen, toch? Je typt nog ‘goedemorgen’, of ‘hee zus’, of ‘hoi collega’, maar daarna kom je direct ter zake met een vraag of een mededeling: ‘Zullen we samen sporten bij Bon Bida’? of ‘Kan jij mijn dienst van morgen overnemen?’ of  ‘De roosterwijziging is gisteren gemaakt. Hij hangt op het prikbord op kantoor’. 

Maar bij dove mensen, heb ik gemerkt, gaat dat anders. Die typen eerst: ‘Goedemiddag Esther, met Saskia’. En dan komt er niks. Dat duurt heel lang ook. Eigenlijk net zo lang totdat ik antwoord geef. Doe ik dat niet dan is Saskia pissed en typt dan: ‘Nee, hoeft al niet meer’. Beetje verbolgen lijkt wel. Eigenlijk is dat een soort telefoongesprek-manier. Dan neem je op en heb je live een dialoog samen.

Ik heb dat wachten na de aanhef nooit bij horende mensen meegemaakt. Tot hier op Bonaire! Veel mensen hebben hier dezelfde manier van appen. Eerst de aanhef en dan een stilte. Hoe komt dat? Het houdt de boel namelijk enorm op, want ik heb soms wel even de tijd om snel naar een appje te kijken maar niet om te antwoorden of ik moet het antwoord even uitzoeken of ik denk: doe ik straks even, als ik rustig zit. 

Dus ik ben het eens gaan onderzoeken. En wat kwam daaruit?

Ten eerste typt men hier in Bonaire niet ‘met die en die’. Dus echt letterlijk een telefoongesprek voeren via de app is het niet.  Toen dacht ik, misschien is Bonaire veel later begonnen met whats-appen en is men het nog niet gewend. Maar ik kon eigenlijk niks hierover vinden op internet, dus ik heb mijn goede Bonairiaanse vriend M. maar eens even om advies gevraagd. En die herkende het meteen! Ten eerste zei hij dat whatsapp allang hier bestaat, dus dat was het niet. Maar wat hij vertelde is dat het een soort van beleefdheidsvorm is. Hij doet het zelf niet altijd, maar bij een belangrijke vraag wacht hij wel netjes, totdat de andere kant een antwoord geeft. Hij zei dat het net zoiets is als dat de Bonairiaanse kindjes leren om tegen volwassenen, die ze niet kennen,  ‘tio’ en ‘tia’  te zeggen (‘oom’ en ‘tante’). Al zijn ze totaal niet gerelateerd aan die persoon. Zeg maar een onderdeel van de etiquette binnen de Bonairiaanse cultuur. Vond ik zo leuk om te ontdekken! Maar dat terzijde. 

Eind goed al goed. Dacht ik. 

Sprak ik vandaag vriend B. uit Nederland. En toen ik hem dit verhaal vertelde zei hij: nee joh, dat ligt aan ons! Weet je hoe dat komt? Helemaal in het begin konden we maar een beperkt aantal tekens gebruiken voor whatsapp. Dus je moest kort en krachtig met je tekst komen. En dat is natuurlijk kasie-kasie voor ons Nederlanders en nu zijn we het gewoon gewend. 

Ik weet het niet zus, want dat korte en krachtige is ook gewoon de aard van de haastige en directe Hollander, de Bonairiaan is veel flegmatieker en neemt de tijd. 

Wat denk jij zus, hoe zou dit komen?

Hé zus, 

Wat goed om te weten. Ik wist het niet. Dat vind ik zo fascinerend dat er ongeschreven beleefd-heidsvormen zijn in een cultuur. Ik vond het hier in het begin ook zo bijzonder dat in een praatje op straat veel Bonairianen je met je naam aanspreken.  ‘Weet Linda waar die straat is? En natuurlijk het gebruik van ‘yùfrou, señora of mener’ aan het einde van de zin. Het heeft wel wat! 

Ik merk ook dat ik altijd ‘bon dia, tardi of nochi’ zeg als ik iemand tegenkom, voordat ik mijn vraag of mededeling spui. Uit beleefdheid. Het duurt dan wel even, voordat je komt bij wat je wil zeggen. Er ontspint zich eerst een uitwisselingsriedel over hoe het met die persoon gaat en dan met jou. Daar moet je even de tijd voor nemen. Zoiets maakte ik ook mee toen ik voor een internationaal bedrijf met Latijns-Amerikanen werkte. Als ik een e-mail stuurde, dan was het handig om eerst naar de familie te informeren om vervolgens to the point te komen. Dat werden hele lange e-mails.  

Wat ik ook interessant vind, is dat het bijna een doodzonde is als je na 12.00 uur tegen iemand ‘bon dia’ zegt. Dat moet zijn ‘bon tardi’. Het grappigste vind ik dat er dan soms gewezen wordt op het horloge, waarbij je gratis een afkeurende blik krijgt toegeworpen.  Ik heb nog een voorbeeld van een mooie beleefdheidsvorm.

Op maandag moet je altijd zeggen: ‘Bon dia, bon siman (goedemorgen, goede week)’. Die zin is mijn favoriet, terwijl ik eigenlijk een hekel heb aan clichématige zinnen. Als een Nederlander tegen mij op maandag zegt: ‘De kop is eraf’, en op woensdag: ‘De week is weer doormidden’, dan moet ik er erg van zuchten. Hier op Bonaire vind ik clichés geen probleem. Het past op het eiland.  

Deel dit artikel