Kralendijk- Consumentenbond Unkobon heeft een brief geschreven aan formateur Marietta Hamer (PVDA) om opnieuw aandacht te vragen voor de armoedeproblematiek op het eiland.
“Het uitblijven van resultaten van het beleid rond de langdurige grootschalige armoede in het Openbaar Lichaam Bonaire is een smet op het blazoen van Nederland. In deze verre uithoek van Nederland leeft meer dan de helft van de bevolking onder het sociaal minimum. Hoewel er sinds 2012 relatief veel politieke aandacht is geweest voor het armoedeprobleem in deze kleine gemeente van Nederland, zijn de resultaten tot nog toe uitgebleven” schrijft Unkobon.
De organisatie wijst er ook op dat de armoede sinds 10-10-2010 onder de Nederlandse staatkundige structuur alleen maar is toegenomen. Ook de vooruitzichten voor de komende regeringsperiode zijn somber, tenzij er in het regeerakkoord dwingend wordt opgenomen dat er beleid wordt ontwikkeld dat op korte termijn resultaat oplevert.
Armoedebestrijding Caribisch Nederland
Unkobon legt in haar brief aan Hamer uit dat in opdracht van de regering in 2018 de minimale kosten van levensonderhoud berekend zijn voor verschillende gezinssamenstellingen. Deze kosten zijn door de regering in 2019 en 2020 gecorrigeerd voor prijsstijgingen. Uit deze cijfers blijkt volgens Unkobon dat de minimale kosten van levensonderhoud (het sociaal minimum) voor een werkende gehuwde op Bonaire in 2020 1.952 dollar per maand bedragen. Het minimumloon was 950 dollar per maand in 2020. Er is dus een gapende kloof tussen het minimumloon en de minimale kosten van levensonderhoud.
“Vanaf 2018 is er beleid ontwikkeld om de kloof tussen inkomens en uitgaven te verkleinen via bescheiden verhogingen van de inkomens en verlagingen van de kosten van levensonderhoud. In de bijlage bij deze brief is inzichtelijk gemaakt dat de resultaten die er in de afgelopen drie jaren zijn bereikt met dit beleid, uiterst teleurstellend zijn. De kloof tussen inkomens en uitgaven is voor het merendeel van de minima niet noemenswaard kleiner geworden”, aldus Unkobon.
De consumentenorganisatie wijst er op dat het beleid om armoede te bestrijden via een verlaging van de kosten van levensonderhoud en een beperkte verhoging van de inkomens weinig tot geen resultaat heeft gehad. De verbeteringen die zijn opgetreden, zijn ook nog eens te danken aan tijdelijke Covid-maatregelen die volgend jaar aflopen.
“Mensen met een minimumloon komen nu, anno 2021, afhankelijk van de gezinssamenstelling, een maandelijks bedrag variërend tussen de 457 dollar en 1.922 dollar tekort in vergelijking met de berekende minimale kosten van levensonderhoud. Voor mensen met alleen AOV zijn de maandelijkse tekorten tussen de 457 dollar en 535 dollar”, staat in de brief aan Hamer.
Cenraal Dialoog
In de Centraal Dialoog, een lokaal overlegorgaan, is onlangs een werkgeversvoorstel aangenomen om het minimumloon in 2022 met nominaal 100 dollar te verhogen en om – onder voorbehoud – dat drie keer te herhalen in volgende jaren. Dit zet volgens Unkobon echter geen zoden aan de dijk omdat deze verhogingen bij lange na niet voldoende zijn om de huidige kosten van levensonderhoud te dekken. Bovendien zullen de nominale bedragen nodig zijn om reeds in 2021 gerealiseerde en in volgende jaren te verwachten prijsstijgingen te compenseren. Brandstofprijzen bijvoorbeeld, zijn al met 20% verhoogd en zullen dit jaar naar verwachting nogmaals met 20% stijgen.
Een realistisch sociaal minimum
Unkobon stelt dat formeel vastgestelde bedragen voor het sociaal minimum bij verschillende gezinssamenstellingen het fundament vormen van de armoedebestrijding in Europees Nederland. Minimumloon en uitkeringen zijn daaraan gerelateerd. Maar in het Caribische deel van Nederland daarentegen is nog steeds geen sociaal minimum vastgesteld.
Voor een serieuze aanpak van het armoedeprobleem in Caribisch Nederland is het zeer gewenst dat in het regeerakkoord wordt opgenomen dat ook voor de Caribische gemeentes van Nederland het sociaal minimum wordt vastgesteld op bedragen die zijn gebaseerd op de werkelijke kosten van levensonderhoud.
Peulenschil
Unkobon wijst er, wellicht ten overvloede, nog maar eens op dat in de drie zuidelijke gemeenten van Nederland nog geen 27.000 mensen wonen. “Het oplossen van de armoedeproblematiek zou voor de Nederlandse regering een peulenschil moeten zijn”, aldus de consumentenorganisatie.
Unkobon wijst er op dat tot nog toe de politieke wil heeft ontbroken om te komen tot een echte oplossing. “Het steeds maar niet oplossen van de schrijnende armoede die het gevolg is van de ongelijke behandeling van Europese – en Caribische Nederlanders heeft in de afgelopen jaren veel tijd en energie gekost aan zowel het parlement als de regering. Reden te meer om in het regeerakkoord op te nemen dat op korte termijn een realistisch op werkelijke kosten gebaseerd sociaal minimum zal worden vastgesteld voor de Caribische gemeenten van Nederland. Een akkoord op hoofdlijnen hoeft niet de hoofdlijn in de weg te staan dat ook in de Carische gemeenten op korte termijn een sociaal minimum wordt vastgesteld op basis van de minimale kosten van levensonderhoud”, meent Unkobon.
“Wij hopen dat u uw sociale hart laat spreken en uw invloed aanwendt om voor de mensen in het Caribische deel van Nederland een einde te maken aan de armoede”, zo sluit Unkobon haar schrijven aan Hamer af.