Waarom de broodjestang verdween
Jannet Butter op zondag
‘Moet je dat zien!’ zeg ik tegen Antonio. Het is begin maart en er zijn nog volop toeristen. Tussen de bestelbus van Caribbean Laundry Services en een blauwe pick-up op het parkeerterrein bij de supermarkt staat een moeder met haar zoontje. Het ventje is misschien vijf jaar oud. En moet plassen. Of liever gezegd: hij staat al te plassen. We rijden er langzaam langs omdat we op zoek zijn naar een parkeerplekje. Nou ja, Antonio dan. Ik heb ruim de tijd om dit tafereel te aanschouwen. En mij vervolgens te verbazen over het meer dat langzaam maar zeker de voeten van de kleine omspoelt. Zo’n klein ventje en dan zo’n enorme plas. Dat is hoge nood geweest. Dat kan niet anders. We rijden door en Antonio vindt een stukje verderop een plekje voor de auto. Hij blijft met Hector in de auto zitten.
Ik loop de supermarkt in. Even later sta ik bij de broodjesafdeling. Ik heb net twee croissantjes in een zakje gedaan als een bekend duo naast mij komt staan. Moeder en de kleine wildplasser. Onwillekeurig kijk ik naar zijn slippers. Niets aan te zien. Groot absorptievermogen. Of van sneldrogend materiaal. Alles is mogelijk. Ze willen ook croissantjes, maar dan met kaas en ham erin. Ik doe een stapje opzij. Zo kunnen ze er beter bij. De kleine is gebiologeerd door de broodjestang. ‘Nee, doe de tang maar terug,’ zegt moeder. Ze pakt alvast een zak om de broodjes in te doen. ‘Pak ze maar met je handjes, Juan. Anders vallen ze op de grond. Dat is vies.’ Voor de zekerheid pakt zij de broodjestang van Juan af en doet het ding terug in de houder. Gedumpt, nutteloos, onhandig. Geconcentreerd gaat Juan aan de gang. Hij grabbelt rond in de bak. En keurt de grootte van de croissantjes. Eén voor één verdwijnt een goedgekeurde croissant in de zak. Een afgekeurde gaat terug in de bak.
Een medewerkster slaat het gebeuren gade. Ze fronst haar wenkbrauwen. Doet een stap naar voren. Alsof ze er iets van gaat zeggen. Maar dan bedenkt ze zich en draait zich om. Ze loopt naar het kantoor van het management. Die gaat hier melding van maken, schiet het door mij heen. En ik verwacht de komst van de manager.
Ondertussen gaat Juan verder met zijn opdracht. ‘Nee, geen vijf. Vier is genoeg,’ zegt moeder dan. ‘Doe die ene maar weer terug. In de goede bak.’ Dat doet hij meteen, de lieverd. Ook met zijn handjes. Die een paar minuten geleden op het parkeerterrein iets heel anders om handen hadden. Moeder zal zijn handjes na het plassen wel schoongemaakt hebben. Met zo’n grappig babybillendoekje. Anders is het vies.
Het is inmiddels weken later. Zonder uitzondering zijn bij alle supermarkten de broodjestangen uit het winkelbeeld verdwenen. En liggen de croissantjes en andere broodjes voorverpakt klaar. De manager is niet op de plaats van het ‘grote grijpen’ verschenen. Althans niet meteen. Maar heeft wel maatregelen genomen. En waarschijnlijk collega-managers ingelicht. Dat gerotzooi in broodjesbakken behoort overal tot het verleden. Met of zonder broodjestang. En wij weten waarom. Toch?
Jannet Butter is schrijfster van verhalenbundels over Bonaire: De Knoek heeft duizend ogen, Flamingo’s op brood, De Leguanenvanger en The Ghost of Washikemba.
Verkrijgbaar bij: Addo’s bookstore, The Cadushy Distillery, Delfins Beach Resort Bonaire, MG Bonaire en Van den Tweel Supermarkt.