Nieuws van Bonaire

Oudejaarstoespraak gezaghebber Edison Rijna

Beste mede-Bonairianen,

Op de drempel van oud naar nieuw wil ik graag samen met u terugblikken op het voorbije jaar en vooruitkijken naar wat 2020 ons hopelijk gaat brengen.

Er is veel gebeurd in 2019. 

Waar minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Raymond Knops in 2018, toen hij nog staatssecretaris was, vond dat Bonaire te weinig voortgang maakte, benadrukte hij onlangs in een debat met de Tweede Kamer dat er op Bonaire goede dingen gebeuren. 

En zo is het. Ik hoop dat we over vijf jaar tegen elkaar kunnen zeggen: 2019, dat was het jaar van de ommekeer. Waarin we een bestuurlijk moeilijke periode achter ons lieten en ons op de toekomst richtten, met minder aandacht voor wat ons verdeelt en meer aandacht voor wat ons Bonairianen onderling verbindt.  

Velen van u verlangen daar ook naar na jaren waarin het wel beter ging met onder meer het onderwijs en de gezondheidszorg, maar er op andere, net zulke belangrijke terreinen teleurstellend weinig vooruitgang is geboekt. Terwijl wij daar met zijn allen na 10-10-10 wel op hadden gehoopt.

Het heeft lang geduurd voordat de bestuurders van het openbaar lichaam Bonaire en het Rijk elkaar hebben gevonden in een gemeenschappelijke agenda om het leven er voor de Bonairianen beter op te maken. Dat was, zo is ook in politiek Den Haag vaak gezegd, het doel van de staatkundige vernieuwing.

Dat u zo lang heeft moeten wachten op bijvoorbeeld de aanpak van de armoede of de wegen heeft verschillende oorzaken. Een daarvan is dat wij, de regering en wijzelf, hebben onderschat hoe groot de achterstand is die ons eiland in zijn ontwikkeling heeft opgelopen als onderdeel van het land Nederlandse Antillen. 

Die achterstand zit hem niet alleen in zichtbare zaken zoals de slechte staat van onze wegen, maar ook in het lokale overheidsapparaat. Onze uitvoeringskracht laat te wensen over. 

Ook Den Haag heeft steken laten vallen. Pas nadat er in het kabinet een aparte bewindspersoon is gekomen voor de Caribische delen van het Koninkrijk ontstond er in Den Haag echte ambitie om het beter te doen. 

We moeten de hand ook in eigen boezem steken: de vele bestuurswisselingen hebben de vooruitgang eveneens in de weg gestaan. Gelukkig lijkt de bestuurlijke stabiliteit te zijn teruggekeerd. Er is weer sprake van constructieve samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de vakdepartementen die op hun beleidsterrein medeverantwoordelijk zijn voor het wel en wee van de bevolking van Bonaire.

Het herstelde vertrouwen heeft inmiddels een reeks concrete resultaten opgeleverd zoals overeenkomsten over de afbouw van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (goed voor het koraal en onze landbouwers), het betaalbaar houden van drinkwater, de aanleg van wegen rond scholen, het uitbreiden en toegankelijk maken van kinderopvang, de bouw van vijfhonderd sociale huurwoningen en een preventieakkoord om Bonaire gezonder te maken. 

Een belangrijke doorbraak is de vaststelling van een ijkpunt voor een sociaal minimum en de stappen die staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zet om de armoede op ons eiland terug te dringen. Zo gaan per 1 januari opnieuw het minimumloon, de sociale uitkeringen en de kinderbijslag omhoog. Maatregelen om de kosten van levensonderhoud te verlagen zijn in voorbereiding.

Waar ik heel blij van wordt is dat de stemming in de samenleving, onder burgers, ondernemers,  organisaties, stichtingen en verenigingen in de goede richting omslaat. 

Ik merk dat het besluit van het Bestuurscollege om de gemeenschap uit te nodigen ideeën te leveren voor het collegeprogramma goed is gevallen. 

Nog veel meer enthousiasme maakte de uitnodiging los mee te praten over het Masterplan 2030 waarin komt te staan hoe wij willen dat Bonaire er over tien jaar uitziet.

Het doet mij goed dat de mensen in beweging komen. Van onszelf zijn wij Bonairianen een beetje afwachtend. Terwijl we barsten van de talenten en een groot arsenaal aan vaklieden en goed opgeleide young professionals hebben. We hebben echter de neiging het initiatief makkelijk uit handen te geven. Daardoor blijft onderbelicht dat wij tot veel meer in staat zijn dan we zelf denken. Zeker als we onze energie richten op gemeenschappelijke doelen. 

Ik wil bij de Bonairianen een grotere bereidheid zien om mee te helpen aan een Bonaire waar welvaart en welzijn in balans zijn en vooruitgang hand in hand gaat met het behoud van onze identiteit, cultuur, natuurlijke rijkdommen en typisch Bonairiaanse tradities, normen en waarden.

We staan als klein eiland voor grote uitdagingen. Onze samenleving groeit, aan het eind van dit jaar hebben we voor het eerst in de geschiedenis het aantal van 21.000 inwoners hebben bereikt. We maken een groei mee in economische activiteiten en  de handel.  

Alhoewel er dit jaar veel in gang gezet, liggen er nog dringende knelpunten te wachten om daadkrachtig te worden aangepakt. 

Het Bestuurscollege kan dat niet alleen. Daarvoor is samenwerking nodig. Niet alleen met de Eilandsraad en de ministeries, maar ook met de samenleving. Met het Bonairiaanse volk dus. Laten we de positieve vibe vasthouden, de krachten bundelen en schouder aan schouder werken aan het verbeteren van het leefklimaat voor iedereen. Samen staan we sterker!

Voordat ik ga afronden wil ik met u stilstaan bij mede-Bonairianen die in het afgelopen jaar met tegenslag zijn geconfronteerd, door het verlies van een dierbare of het door andere oorzaken zwaar hebben. Laten we deze mensen, onze broeders en zusters, niet vergeten. Een klein gebaar kan al een groot verschil maken.

Beste mede-Bonairianen, nog even en we knallen het nieuwe jaar in. Ik wens u allen een gezond en voorspoedig 2020. Dank u voor uw aandacht. 

Deel dit artikel

Rocargo

Rocargo

Rocargo

Rocargo