Nieuws van Bonaire

9 jaar na 10-10-10 eindelijk reden voor optimisme


Kralendijk – Vandaag 9 jaar geleden werd Bonaire net als Sint Eustatius en Saba van eilandgebied in het (op instorten staande) land Nederlandse Antillen als openbaar lichaam een bijzondere gemeente in het Nederlandse staatsbestel opgenomen. Er is sindsdien veel gebeurd, maar ook veel niet. De belofte van ‘Den Haag’ dat het voorzieningenniveau naar een binnen Nederland aanvaardbaar niveau zou worden getild is slechts ten dele nagekomen. De kwaliteit van het onderwijs en de gezondheidszorg is mede dankzij de inspanningen van de betrokken ministeries substantieel verbeterd, in het sociale domein is de vooruitgang echter teleurstellend: de armoede is niet, zoals een belangrijke doelstelling was, afgenomen, maar juist toegenomen.

Wat wringt is dat het Rijk wel geïnvesteerd heeft in taken die het per 10-10-10 van het voormalige land Nederlandse Antillen heeft overgenomen, maar dat dit in onvoldoende mate is gedaan voor de die bij de eilanden zijn belegd. Terwijl het in 50 jaar onder de centrale regering in Willemstad  opgebouwde achterstallig onderhoud zich over de volle breedte van de samenleving manifesteert.

Verschillende onafhankelijke onderzoeken – waaronder dat van de Commissie Spies (2015) – hebben trefzeker de vinger op de zere plek gelegd. Kort samengevat: de vrije uitkering die de eilandbesturen krijgen om hun taken uit te voeren (te vergelijken met het gemeentefonds) is te laag, ministeries werken langs elkaar heen en kijken te veel met een Haagse bril naar Caribisch Nederland. Daarnaast is het gebrek aan uitvoeringskracht van het lokale overheidsapparaat onderschat. Eerlijk is eerlijk: de bestuurlijke instabiliteit op ons eiland maakt ons medeverantwoordelijkheid voor de tegenvallende resultaten van de nieuwe relatie met het moederland. En onze toenmalige bestuurders hadden in de aanloop naar 10-10-10 zeker ten aanzien van het armoedebeleid boter bij de vis moeten eisen. Het is goed lering te trekken uit het verleden, maar vervolgens vooral vooruit te kijken. 

Hoewel de achterstanden op veel terreinen – soms schrijnend – groot zijn, ben ik optimistisch gestemd. Ik proef sinds enkele maanden een kentering, nog niet bij alle ministeries, bewindslieden en ambtenaren, maar is – neem ik aan – een kwestie van tijd. Mijn gevoel wordt dezer dagen door mijn werkbezoek aan Den Haag alleen maar versterkt. Ik signaleer in alle gesprekken die ik voer een groeiende bereidheid de nog niet ingeloste beloften uit 10-10-10 alsnog gestand te doen en maatregelen te nemen die leiden tot de hoognodige verbetering van de kwaliteit van leven op ons eiland, in het bijzonder van de meest kwetsbare groepen.

1200

Voor deze hoopvol stemmende ommekeer zijn meerdere verklaringen: het sluiten in november 2018 van een Bestuursakkoord met de regering, de eilandsraadsverkiezingen van maart die politieke stabiliteit hebben gebracht en terugkerend wederzijds vertrouwen. Daar komt bij dat het besluit van het kabinet een bewindspersoon aan te stellen in wiens portefeuille de relatie met de Caribische delen van land en Koninkrijk een belangrijke plaats inneemt heel goed is uitgepakt. Staatssecretaris Knops toont een grote – naar mijn beleving oprechte – betrokkenheid. Wat zeker ook helpt bij de begripsvorming aan Haagse kant is dat hij collega-bewindslieden meetroont om ze te laten zien dat de werkelijkheid soms anders is dan uit ambtelijke stukken blijkt. 

In de brief die de staatssecretaris op 4 oktober jl. namens het kabinet naar de Tweede Kamer heeft gestuurd zie ik aanknopingspunten om de samenwerking van het Rijk met de openbare lichamen effectiever en daarmee voor onze burgers vruchtbaarder te maken. Het Bestuurscollege van Bonaire leest in die brief dat de regering bereid is:
– in overleg met het openbaar lichaam Bonaire ten aanzien van het wegwerken van de achterstand in het voorzieningenniveau een eindperspectief te bepalen;
– gezamenlijk een uitvoeringsagenda (lees: planning) vast te stellen, inclusief bijbehorende middelen;
– te helpen bij cq. te investeren in de versterking van het lokaal bestuur en de uitvoeringskracht van het ambtelijk apparaat;
– te onderzoeken wat er voor nodig is het OLB in staat te stellen de hem toebehorende taken adequaat uit te voeren en
– de regiefunctie van het ministerie van BZK te versterken opdat de activiteiten van de ministeries beter op elkaar èn op de prioriteitstelling van het OLB worden afgestemd.

Inhoud en toon van de brief illustreren dat er een andere, minder kille wind vanuit Den Haag waait. Het enige dat ik graag zou zien is dat we in de uitwerking meer vaart maken.

1200
Deel dit artikel

Blijf op de hoogte van al het nieuws op Bonaire! Ontvang elke middag het belangrijkste eilandnieuws in je inbox. Meld je nu aan voor onze gratis nieuwsbrief.


Rocargo