- 24Gedeeld
Advertentie
Door Luciano M.G. Dundas
advocaat
Dit bovenstaande valt af te leiden uit een recente vreemdelingrechtelijke procedure. Gelet op de kleinschaligheid van dit eiland en het respect voor de privacy van de betrokken persoon, zal ik diens naam en afkomst achterwege laten.
Een vreemdeling, de heer C., woont al sinds zijn eerste levensjaar op Bonaire samen met zijn moeder. Naast de hechte band met zijn moeder heeft hij een hechte band met zijn tante, zijn broer en zus die eveneens op het eiland woonachtig zijn. Sinds 1999 was hij in het bezit van een verblijfsvergunning telkens tot tijdelijk verblijf onder de beperking “verblijf bij moeder”.
De heer C. is op papier een vreemdeling, maar in werkelijkheid een Bonairiaan. Hij beheerst het Papiaments en Nederlands zelfs vele malen beter dan de taal van het land waar hij oorspronkelijk vandaan komt. Voorts volgt hij een opleiding aan SGB, zoals vele jongeren hier op Bonaire, en gedurende zijn verblijf heeft hij aardig wat vriendschappen opgebouwd. Naast school was hij met vol enthousiasme werkzaam bij een welbekende NGO op Bonaire die zich bezighoudt met het beheer van o.a. het Washington Slagbaai park en Bonaire National Marine Park. Tevens was hij werkzaam voor een bedrijf dat die zich bezighoudt met de promotie van Bonaire. Kortom, de heer C. is flink ingeworteld in de Bonairiaanse samenleving.
Maar dan gaat het helaas één keer mis. Begin 2016 kwam de heer C. in contact met een aantal louche personen die hem hebben overgehaald om mee te werken aan een strafbaar feit. Ik zal uit respect voor de privacy van de heer C. achterwege laten om welk strafbaar feit het ging, maar uiteindelijk is hij de heer C. onherroepelijk veroordeeld in juli 2016 tot een gevangenisstraf van 45 maanden (minus de tijd dat hij in verzekering werd gesteld en in voorlopige hechtenis zat).
Tijdens zijn detentie verliep de verblijfsvergunning van de heer C. . De heer C. heeft toen vervolgens een verblijfsvergunning aangevraagd met als verblijfsdoel “gezinshereniging/gezinsvorming”. Bij besluit d.d. 8 augustus 2017 heeft de Minister van Justitie en Veiligheid (“Minister”)de aanvraag afgewezen. De afwijzingsgronden waren gelegen in het feit dat de heer C. meerderjarig is en door de Minister in staat werd geacht om voor zichzelf te zorgen.
Voorts was de Minister van mening dat de heer C. strafrechtelijk is veroordeeld, waardoor hij als een gevaar voor de openbare orde en veiligheid wordt beschouwd.
Namens de heer C. is tegen dit afwijzend besluit beroep ingesteld door mr. L.M.G. Dundas (werkzaam bij David Kock Legal), waarvan de behandeling plaatsvond op 15 november 2018.
Nadat de standpunten namens beide partijen (de heer C. en de Minister) werden geponeerd, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg (G.E.A.) op 19 december 2018 overwogen dat de verblijfsvergunning met als doel gezinshereniging/-vorming kon worden afgewezen, aangezien de heer C. voor gewone dagelijkse dingen niet afhankelijk is van zijn moeder. Er was dus niet voldaan aan de voorwaarde om de verblijfsvergunning (met als doel gezinshereniging/-vorming) te verlenen, waarna de Minister vervolgens moet toetsen of afwijzing van deze verblijfsvergunning in strijd is met het recht op respect voor privéleven en familie- en gezinsleven.
Het stond (voor alle partijen) buiten kijf dat er in casu sprake was van een privé leven (van de heer C.) en dat een afwijzing van de verblijfsvergunning (met uitzetting als gevolg) een inbreuk maakte op dit privé leven.
De Minister stelde dat een inbreuk op private life (van een vreemdeling) in bepaalde gevallen echter geoorloofd is.
Het G.E.A. oordeelde dat een geoorloofde inbreuk:
1. in overeenstemming moet zijn met de wet
2. een legitiem doel moet nastreven, en
3. noodzakelijk zijn in een democratische samenleving.
De inbreuk op het privé leven van de heer C. was gebaseerd op artikel 9 lid 1 Wet Toelating en Uitzetting BES. Hierdoor was er aldus een wettelijke grondslag.
Voor het rechtsgeldig verblijf moet worden gekeken of de vreemdeling in kwestie een gevaar vormt voor de openbare orde van Bonaire. Een strafrechtelijke veroordeling kan ertoe leiden dat de veroordeelde vreemdeling een gevaar voor de openbare orde oplevert. De wettelijke bepaling –waarop de inbreuk op het privé leven is gebaseerd- streeft aldus een legitiem doel na (namelijk het veiligstellen van de openbare orde).
Dan bleef nog de vraag over of de inbreuk noodzakelijk is. Hiervoor moest een belangenafweging worden gemaakt.
Het G.E.A. meende -in het nadeel van de heer C.- dat de heer C. gedurende zijn tijd op Bonaire niet altijd rechtmatig hier verbleef. Desalniettemin werd hier minder zwaar aan getild, aangezien de heer C. het grootste deel van zijn verblijf wél beschikte over een verblijfsvergunning.
De strafrechtelijke veroordeling van de heer C. was ook in zijn nadeel. De rechter oordeelde dat van elke vreemdeling mag worden verwacht dat hij zich houdt aan de op Bonaire geldende wet- en regelgeving. Dat de heer C. dit niet heeft gedaan werd hem ook zwaar aangerekend.
Wat echter in het voordeel van de heer C. sprak is het feit dat hij gedurende zijn detentie zich altijd goed heeft gedragen en een opleiding heeft gevolgd. Dit geldt tevens voor het feit dat heer C. vóór zijn detentie zich positief heeft ingezet voor de Bonairiaanse samenleving, reeds een lange tijd op Bonaire heeft verbleven en duurzame vriendschappen heeft gesloten.
Afwijzing van zijn aanvraag op een verblijfsvergunning, met uitzetting als gevolg, zou betekenen dat de heer C. terecht zou komen in een land waar hij nooit heeft gewoond, niet mee bekend is en geen enkele band mee heeft.
De rechter overwoog dat uit de standpunten van de Minister niet duidelijk is gebleken dat een afwijzing van de verblijfsvergunning (met uitzetting als gevolg) dient te prevaleren boven de voortzetting van het privé leven van de heer C. op Bonaire.
Het beroep van de heer C. werd aldus gegrond verklaard, waardoor de Minister werd opgedragen om een nieuw besluit te nemen op de aanvraag van de heer C.
Op 11 januari jl. is uiteindelijk een nieuw besluit genomen door de Minister waarin de de heer C. een verblijfsvergunning kreeg verleend, echter onder de beperking ‘uitoefening van het privéleven’.
In tegenstelling tot wat meeste mensen denken leidt een strafrechtelijke veroordeling van een vreemdeling niet automatisch tot uitzetting. Lees hier de uitspraak