Den Haag – De verhoging van het minimumloon per 1 januari in Caribisch Nederland is een eenzijdig besluit van de regering. Dat blijkt uit het antwoord van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op vragen van Koninkrijksrelaties.Nu.
Het initiatief voor het aanpassen van het minimumloon wordt doorgaans overgelaten aan de sociale partners waarna het ministerie de uitkomst wettelijk vastlegt zodat alle werkgevers er aan gehouden zijn. In dit geval heeft SZW het voortouw genomen. De Wet minimumlonen BES biedt daartoe de ruimte.
De verhoging met 5% – op Prinsjesdag door koning Willem-Alexander in de troonrede wereldkundig gemaakt – is niet voorbesproken met de werkgevers en vakbonden op de eilanden. Tot nu toe hebben de werkgevers op Bonaire zich verzet tegen een hoger minimumloon, maar tegen de nu aangekondigde maatregel kunnen ze moeilijk bezwaar hebben. Gelijktijdig worden immers de werkgeverspremies met eveneens 5% verlaagd. Verzet heeft ook helemaal geen zin, laat het ministerie weten: ,,De verhoging wordt per ministeriële regeling vastgesteld en bekendgemaakt en maakt daarmee onderdeel uit van de wet- en regelgeving. Ook werkgevers hebben zich hieraan te houden.”
Een verhoging van het minimumloon heeft in een goed functionerende arbeidsmarkt als neveneffect dat het algehele salarisniveau stijgt. SZW wijst er op dat de werkgevers daartoe ook de financiële ruimte hebben omdat de verlaging van de premies voor alle werknemers geldt. ,,Het is de bedoeling dat werkgevers dit financiële voordeel doorgeven aan hun werknemers via hogere lonen. De werkgevers in samenspraak met de werknemers zijn er verantwoordelijk voor dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. De staatssecretaris van SZW roept alle werkgevers in Caribisch Nederland op om de ontstane loonruimte door te geven aan hun werknemers.”
Het verlagen van de werkgeverspremies ‘kost’ de rijksoverheid op jaarbasis ongeveer 11,5 miljoen euro die minder in de schatkist vloeit. Daar bovenop komen dan nog ettelijke miljoenen omdat de uitkeringen met het minimumloon meestijgen.
COMMENTAAR I Van Ark doet wat Klijnsma naliet
Het besluit de werkgeverslasten te verlagen en zo ruimte te scheppen voor het verhogen van het minimumloon en uitkeringen vindt zijn oorsprong in het rapport uit 2015 van de Commissie Spies. Toenmalig staatssecretaris van Sociale Zaken Jetta Klijnsma en minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (beiden PvdA) deden er niets mee. Ze putten zich liever uit in verwijten aan de sociale partners op Bonaire die het niet eens konden worden over een verhoging van het minimumloon waarmee zij, zo benadrukten deze bewindslieden, tevens een stijging van uitkeringen blokkeerden.
Staatssecretaris Tamara van Ark – nota bene van VVD-huize – doet wat het futloze koppel Klijnsma/Plasterk jaren geleden had kunnen en moeten doen: niet wachten tot de sociale partners er onderling uitkomen (polderen in de tropen wil nog niet erg vlotten), maar zonder omhaal gebruik maken van de wet. Die geeft de regering de bevoegdheid eenzijdig het minimumloon vast te stellen. Tegelijkertijd spaart Van Ark (want VVD) de werkgevers door de door hen af te dragen premies te verlagen. Die houden door deze maatregel voldoende geld over om het salaris van al hun personeel te verhogen. Het is aan de vakbonden er op toe te zien dat dit ook gebeurt. Het zou helpen als het Openbaar Lichaam en de Rijksdienst Caribisch Nederland in hun rol als werkgever het goede voorbeeld geven.
De door van Van Ark (en haar collega Raymond Knops) gekozen weg is niet alleen slim, maar ook noodzakelijk om het mogelijk te maken uitkeringen (eveneens met 5%) te laten stijgen, want de hoogte daarvan is gekoppeld aan het minimumloon. Werken moet immers lonen dus zullen uitkeringen altijd lager blijven dan het kleinste salaris. Ondanks de maatregel blijven minimumloon en uitkeringen veel te karig om er fatsoenlijk van te kunnen leven. Daarvoor is het nodig dat de regering meer en grotere stappen zet dan zij tot nu toe in reactie op het rapport over het bestaansminimum bereid is te doen. Maar niet alles hoeft uit Den Haag te komen. Het zou werkgevers sieren ook iets bij te dragen, bijvoorbeeld door aan te bieden het minimumloon de 5% van Van Ark met nog eens 2,5% extra te verhogen (meer mag natuurlijk) zodat ook de uitkeringen datzelfde beetje extra omhoog kunnen. Bedrijven verdienen het tenslotte ten dele weer terug, want alle burgers krijgen meer te besteden.