Oud-minister Constancia Curaçao voor oplichting veroordeeld

Door René Zwart©

Willemstad – De Curaçaose oud-minister en huidig Statenlid Jacinta Constancia (MFK) is vandaag wegens oplichting en witwassen veroordeeld tot 20 maanden gevangenisstraf. Ook mag zij 5 jaar lang niet het ambt van minister bekleden.

De rechtbank in Willemstad acht het bewezen dat zij in 2012 als minister van Volksgezondheid in het Kabinet Schotte op slinkse wijze 365.000 gulden overheidsgeld achterover heeft gedrukt. Het plan was afkomstig van haar echtgenoot die met grote schulden kampte. Constancia gaf buiten alle procedures om opdracht tot de aanschaf van 40.000 mondkapjes en zette het Bureau Ziektekostenverzekering onder druk om het – volgens de rechtbank exorbitant hoge – bedrag in één keer te voldoen door een cheque uit te schrijven op naam van een eenmansbedrijfje dat speciaal voor dit doel door een vriend van de Constancia’s was opgericht. De cheque werd de volgende dag verzilverd waarna het geld onmiddellijk werd weggesluisd. De mondkapjes zijn nooit geleverd en het aankoopbedrag is nimmer achterhaald.

De rechter legde de echtgenoot van de politica eveneens 20 maanden cel op. De handlanger kwam er met 8 maanden van af. Het Openbaar Ministerie had twee weken geleden 34 maanden tegen Constancia geëist. De rechter heeft in de strafmaat rekening gehouden met de lange duur van het onderzoek, maar woog ook mee dat de oud-minister er geen blijk van heeft gegeven spijt te hebben van haar daad.

Constancia (45) werd in 2010 minister ondanks het feit dat zij niet door de screening was gekomen omdat ze een strafblad had. Ze was eerder veroordeeld voor onder meer het vervalsen van haar diploma, maar werd ook verdacht van gesjoemel met subsidiegeld bij haar ‘goededoelenstichting’. Als gedeputeerde was ze jaren eerder ook al eens in opspraak gekomen door te liegen over de toedracht van een aanrijding waarbij zij met haar dienstauto betrokken was. Dat leverde haar een taakstraf op. Vorig jaar werd ze opnieuw tot een taakstraf veroordeeld nadat zij na afloop van een Statenvergadering een collega-parlementariër een klap in het gezicht gaf.