De Tweede Kamer wil weten wat er met het door oud-minister Plasterk nagelaten wetsvoorstel voor een geschillenregeling gaat gebeuren.
Den Haag – De Tweede Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties verlangt duidelijkheid over de behandeling van het wetsvoorstel voor de invoering van een geschillenregeling voor het Koninkrijk.
De commissie heeft een dwingend briefje naar staatssecretaris Raymond Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gestuurd waarin hem wordt verzocht voor 10 april te laten weten wanneer hij het wetsontwerp voor behandeling aan de Tweede Kamer en de parlementen van Curaçao, Aruba en Sint Maarten aanbiedt.
Het wetsvoorstel – nog opgesteld door toenmalig minister Plasterk – is zeer omstreden. In de aanloop naar de staatkundige hervorming van 10-10-10 is op aandringen van de Caribische landen in het Statuut opgenomen dat er een geschillenregeling komt voor het beslechten van verschillen van inzicht over de reikwijdte van het Statuut. De gemengde commissie die het voorstel moest uitwerken stuitte echter op gebrek aan medewerking van Nederlandse zijde en gaf er de brui aan.
Uiteindelijk kwamen de vier parlementaire delegaties tijdens aan een Interparlementair Koinkrijksoverleg overeen aan welke uitgangspunten de regeling moet voldoen: een onafhankelijk instituut dat bindende uitspraken doet over geschillen van juridische aard.
Plasterk negeerde dat akkoord en kwam zonder instemming van de regeringen van de andere landen met een eigen wetsvoorstel waarin Nederland het laatste woord behoudt. Dit tot grote verontwaardiging van de Staten in de drie landen.
Het leek erop dat op dat Knops de geschillenregeling in een la wilde laten liggen. In zijn jaarplanning repte hij met geen woord over de omstreden erfenis van zijn voorganger. De Kamer verlangt echter, zo is vandaag besloten, dat de bewindsman duidelijk maakt of en wanneer hij het rijkswetsvoorstel voor behandeling naar de vier parlementen stuurt.